Passie- en Paaszangavond

Datum

Opname:

Download: Opname

Passie- en Paaszangavond

Aanschouw het Lam!

Image

paaszangavond

Georganiseerd door Jeugdvereniging 'Ora et Labora'

Organist:   Jurian Zaaijer
Cornet:       Bas Kelder en Gertjan van Zuijlen
Klarinet:     Melissa Freke

 

Zingen: Kroon Hem met gouden kroon

Kroon Hem met gouden kroon
het Lam op Zijne troon!
Hoor, hoe het hemels loflied al
verwint in heerlijk schoon.
Ontwaak! Mijn ziel en zing
van Hem, die voor u stierf.
En prijs Hem in all’ eeuwigheen
die ’t heil voor u verwierf.

Kroon Hem, der liefde Heer!
Aanschouw Hem, hoe Hij leed.
Zijn wonden tonen ’t gans heelal
wat Hij voor ’t mensdom deed.
De eng’len om Gods troon,
all’ overheid en macht,
zij buigen dienend zich terneer
voor zulke wond’re pracht.

Opening en gebed

Lezen: Jesaja 53: 1-12

Zingen: psalm 22: 1, 3

Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij,
En redt mij niet, terwijl ik zwoeg en strij',
En brullend klaag in d' angsten die ik lij',
Dus fel geslagen?
't Zij ik, mijn God, bij dag moog' bitter klagen,
Gij antwoordt niet; 't Zij ik des nachts moog' kermen.
Ik heb geen rust, ook vind ik geen ontfermen
In mijn verdriet.

U smeekten zij, van mensenhulp ontbloot,
En zijn gered; zij hebben in hun nood
Op U vertrouwd, van schaamte nimmer rood,
Na hun gebeden.
Maar ik, ik ben een worm, van elk vertreden;
Een worm, geen man;
Een spot en smaad van mensen,
Dien 't boze volk, naar zijn baldadig wensen,
Beschimpen kan.

Zingen: Leer mij o Heer

Leer mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o Liefde, die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar woudt lijden!

Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,
hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
mijn hart niet wijden?

Laat mij, o Heer', Uw wond're wijsheid prijzen,
dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,
laat mij Uw kruis dat sterken zwakheid noemen
als sterkte roemen

Lezen: Mattheüs 26: 36-46

Zingen: ‘t Is middernacht en in den hof

't Is middernacht en in den hof,
buigt, tot de dood bedroefd, in 't stof
de Levensvorst; in Zijn gebeên
doorworstelt Hij Zijn strijd alleen.

't Is middernacht, maar Jezus waakt,
en 't zielelijden, dat Hij smaakt,
bant uit Zijn hart de bede niet:
„Mijn Vader, dat Uw wil geschied'".

't Is middernacht en 't Vaderhart
Verstaat en sterkt den Man van smart
Die 't enig lijden dat Hij torst
Ten eind doorstrijdt als Levensvorst.

Zingen: O hoofd vol bloed en wonden 

O hoofd vol bloed en wonden,
bedekt met smaad en hoon,
o hoofd zo wreed geschonden,
Uw kroon een doornenkroon,
o hoofd eens schoon en heerlijk
en stralend als de dag,
hoe lijdt Gij nu zo deerlijk!
Ik groet U vol ontzag.

Wees Gij om mij bewogen
en troost mijn angstig hart.
Voer mij Uw beeld voor ogen,
Gekruisigde, Uw smart.
Dan zal ik vol vertrouwen,
gelovig en bewust,
Uw aangezicht aanschouwen.
Wie zo sterft, sterft gerust.

Muzikaal intermezzo

Lezen: Johannes 19: 17-30

Zingen: Jezus, leven van mijn leven

Jezus, leven van mijn leven,
Jezus, dood van mijne dood,
die voor mij U hebt gegeven,
in de bangste zielennood,
opdat ik niet hoop'loos sterven,
maar Uw heerlijkheid zou erven,
duizend, duizend maal, o Heer',
zij U daarvoor dank en eer!

Dank, mijn Heiland, voor Uw lijden,
voor Uw bitt're bange nood,
voor Uw heilig, biddend strijden,
voor Uw trouw tot in de dood,
voor de wonden, U geslagen,
voor het kruis, door U gedragen;
duizend, duizend maal, o Heer',
zij U daarvoor dank en eer!

Zingen: Op die heuvel daarginds

Op die heuvel daarginds,
stond een ruwhouten kruis,
het symbool van vervloeking en schuld.
Maar dat kruis is voor ons,
toch het kostbaarst kleinood,
daar Gods wet aan dat hout werd vervuld.
'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis,
tot de Heer' komt en met Hem het loon,
als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruis
dan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon.

O, dat ruwhouten kruis,
door de wereld gesmaad,
heeft een wond're bekoring en macht.
Want Gods Zoon liet Zijn troon,
Hij droeg smaadheid en hoon,
om de vreugd' die dat kruis voor ons bracht.
'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis,
tot de Heer' komt en met Hem het loon,
als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruis
dan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon.

Zingen: Aanschouw het Lam van God

Aanschouw de Schepper van ’t heelal,
genageld aan het hout,
o liefde, Godd'lijk onbegrensd,
’t was al voor uw behoud.

Ja ik geloof, ja ik geloof,
dat Jezus voor mij stierf
en dat Hij aan het smaad’lijk kruis,
mijn eeuwig heil verwierf.

Zie hoe de Man van smarten lijdt,
eens willend toch met God,
met welk een eindeloos geduld,
verdraagt Hij smaad en spot.

Ja ik geloof, ja ik geloof,
dat Jezus voor mij stierf
en dat Hij aan het smaad’lijk kruis,
mijn eeuwig heil verwierf.

Maar dan verwint Hij dood en graf,  
genade, wondergroot!
O liefde, teer en onbegrensd,
ja sterker dan de dood.

Ja ik geloof, ja ik geloof,
dat Jezus voor mij stierf
en dat Hij aan het smaad’lijk kruis,
mijn eeuwig heil verwierf.

Gedicht

Zingen: Christus onze Heer verrees

Christus, onze Heer, verrees,
halleluja!
Heil'ge dag na angst en vrees,
halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis,
halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis,
halleluja!

Prijst nu Christus in ons lied,
halleluja,
Die in heerlijkheid gebiedt,
halleluja,
Die aanvaardde kruis en graf,
halleluja,
dat Hij zondaars 't leven gaf,
halleluja!

Maar Zijn lijden en Zijn strijd,
halleluja,
heeft verzoening ons bereid,
halleluja!
Nu is Hij der heem'len Heer,
halleluja!
Eng'len juub'len Hem ter eer,
halleluja!

Collecte

Zingen: Daar juicht een toon

Daar juicht een toon daar klinkt een stem
Die galmt door gans Jeruzalem
Een heerlijk morgenlicht breekt aan
De Zoon van God is opgestaan

Geen graf hield Davids Zoon omkneld,
Hij overwon, die sterke Held.
Hij steeg uit 't graf door Vaders kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!

Nu jaagt de dood geen angst meer aan
Want alles alles is voldaan
Wie in geloof op Jezus ziet
Die vreest voor dood en duivel niet

Want nu de Heer is opgestaan
Nu vangt het nieuwe leven aan
Een leven door Zijn dood bereid
Een leven in Zijn heerlijkheid

Zingen: Psalm 21: 5, 13

Hoe groot en schitt'rend is zijn eer,
Door 't heil, aan hem bewezen!
Hoe is zijn roem gerezen!
alvermogend' Opperheer,
Wat glans, wat majesteit
Hebt Gij dien Vorst bereid!

Verhoog, o HEER, Uw naam en kracht;
Zo zal ons vrolijk zingen
Door lucht en wolken dringen;
Zo wordt Uw heerschappij en macht
Door ons, nog eeuwen lang,
Geloofd met psalmgezang.

Dankgebed

Zingen (staande): U zij de glorie

U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen, daald’ een engel af,
heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf:
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.

Ziet Hem verschijnen, Jezus, onze Heer!
Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan, volk des Heren, blijd’ en welgezind,
en zegt telkenkere: ‘Christus overwint!’
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.

Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft?
In Zijn godd’lijk wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en in dood.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.