Moment van Woord en gebed
Lukas 12
Opwekking tot onbezorgdheid
- En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult.
- Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding.
- Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen te boven?
- Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
- Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt gij voor de andere dingen bezorgd?
- Aanmerkt de lelien, hoe zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo in al zijn heerlijkheid is niet bekleed geweest als een van deze.
- Indien nu God het gras dat heden op het veld is, en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt, hoeveel meer u, gij kleingelovigen!
- En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig.
- Want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft.
- Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
- Vreest niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven.
- Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft.
- Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.
Zingen: Gebed des Heeren vers 3
Uw koninkrijk koom' toch, o HEER!
Ai, werp den troon des satans neer;
Regeer ons door Uw Geest en Woord;
Uw lof word' eens alom gehoord,
En d' aarde met Uw vrees vervuld,
Totdat G' Uw rijk volmaken zult.